De laatste jaren hoor je steeds vaker dat mensen hun paard een balancer voeren in plaats van gewoon traditioneel krachtvoer. Maar wat is een balancer nu juist en hoeveel moet je ervan voeren? Horsetags zocht het voor je uit.
Het principe van een balancer
Kleinere hoeveelheid, flexibel voeren
Balancers maken het mogelijk om heel wat flexibeler om te gaan met de voeding van je paard. De korrels bevatten namelijk meer geconcentreerde voedingsstoffen dan gewone krachtvoeders. Daarom moet je er slechts een kleine hoeveelheid van geven. Paarden die dagelijks de voorgeschreven hoeveelheid van hun balancer gevoerd krijgen, zullen bovendien meer voedingsstoffen uit hun ruwvoer kunnen opnemen. Dit betekent dat ze – over het algemeen – minder krachtvoer nodig hebben, met alle positieve gevolgen van dien.
Er bestaan balancers voor alle soorten paarden.
Indien je gebruik maakt van een balancer en je paard gezond is, behoort het voederen van extra supplementen ook tot de verleden. Uitgezonderd zout of elektrolyten voor paarden die hevig gezweet hebben, zitten alle nuttige elementen immers in de balancer vervat. Naargelang de conditie en activiteiten van je paard combineer je de balancer met ruwvoer, haver en eventueel andere voedingsproducten naar keuze. Indien je paard bijvoorbeeld extra calorieën nodig heeft, kan de toevoeging van hoogwaardige vezelbronnen zoals geweekte bietenpulp een goede uitkomst bieden. Waar je ook voor kiest, je bent steeds zeker dat je paard alle nodige vitaminen, mineralen,… binnen heeft. Balancers zijn daardoor een kosteneffectieve manier om je paard van een goed uitgebalanceerd en niet-heet makend voer te voorzien.
Hoeveel voer je je paard?
Alle vitaminen en mineralen in 100 gram balancer per 100 kg gewicht
Voor de meeste balancers* geldt dat je 100 g balancer per 100 kg ideaal lichaamsgewicht moet voeren. Een Shetlander die 250 kilogram moet wegen krijgt dus 250 gram van zijn balancer voorgeschoteld. Dit stemt ongeveer overeen met een kwart van een traditionele voederschep van 1 kg. Een sportpaard van 625 kg zal 625 gram van zijn balancer (3/4de traditionele voederschep) nodig hebben. In de tabel hieronder vind je enkele uitgewerkte voorbeelden.
Ideaal lichaamsgewicht | Schofthoogte (bij benadering) |
Type | Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid |
250 kg | 100 – 120 cm | A-pony – Kleine B-pony Shetland – Dartmoor |
250 g |
375 kg | 127 – 147 cm | C-pony – D-pony Connemara – New Forest |
375 g |
500 kg | 152 – 162 cm | Klein paard (Cob) – Arabisch volbloedpaard Engelse volbloed – Welsh Cob |
500 g |
625 kg | 168 – 178 cm | Sportpaard | 625 g |
*Kijk altijd de richtlijnen op de verpakking van het voer na!
Wil je overstappen op een balancer?
Twee tips
- Stap steeds geleidelijk aan over op een nieuwe voeding. Neem hiervoor minstens vier dagen de tijd en start met ongeveer een kwart van de uiteindelijk te voederen hoeveelheid. Vervang vervolgens dagelijks een extra kwart van het originele door het nieuwe voeder. Voor gevoelige paarden of bij aanzienlijke aanpassingen in het rantsoen, valt aan te raden de veranderingen door te voeren over een periode van 7 tot 10 dagen.
- Zweet je paard veel? Voeg dan extra zout toe aan het rantsoen. Alle paarden hebben er baat bij steeds een zoutliksteen ter beschikking te hebben. Maar paarden die veel zweten kan je best ook extra elektrolyten of eventueel keukenzout voeren, zeker als ze doorgaans (te) weinig eten.