Dressuur, springen, eventing, endurance, mennen, western riding,… in welke sport je paard ook uitblinkt, het kan geen inspanningen leveren zonder de juiste voedingsstoffen. En wanneer je paard intensief getraind wordt of regelmatig op wedstrijd gaat, verbruikt het deze nutriënten aan een sneltempo. Daarom kan je ze best tijdig weer aan vullen. In dit artikel vertellen we je waarom en hoe.
Je paard in topconditie
Wanneer een paard inspanningen levert, verbruikt het de voedingsstoffen die het uit zijn ruw- en krachtvoer haalt. Wanneer je veel traint, vaak op wedstrijd gaat of een jonge belofte aan het inrijden bent, heeft je paard een grotere hoeveelheid voedingsstoffen nodig. Om dan te voorkomen dat het spieren verliest, onvoldoende body opbouwt of minder goed presteert door gezondheidsproblemen (bv. spierbevangenheid), moet je zowel je paard als het rantsoen dat je samenstelt regelmatig controleren.
Bepaal bijvoorbeeld elke 4 – 6 weken de body condition score van je paard. Hou zijn bewegingen ook goed in de gaten en evalueer de soepelheid, beweging en kracht. Op deze manier kan je snel veranderingen vaststellen, zelfs voordat ze duidelijk zichtbaar worden.
Ruwvoer
Hou, naast het lichaam van je paard, ook zijn rantsoen in de gaten. Dat bestaat hoofdzakelijk uit ruwvoer (hooi, gras, voordroog,…) en de kwaliteit ervan heeft daardoor een grote invloed op je paard. Elke partij ruwvoer kan sterk variëren in bv. vezel-, eiwit en suikergehalte, verteerbaarheid en zuurtegraad. Voor sportpaarden die regelmatig inspanningen leveren is een gemiddeld ruwvoer (niet te arm en niet te rijk) optimaal. Arm ruwvoer bevat minder voedingsstoffen en moet je dus vaak aanvullen met krachtvoer. Van al te rijk ruwvoer kan je paard verdikken en diverse gezondheidskwaaltjes krijgen. Wanneer je dan minder ruwvoer geeft, krijgt je paard weer te weinig vezels binnen wat een bv. risico inhoudt voor het darmstelsel.
Ondanks dat ruwvoer zo’n grote rol speelt in het rantsoen – en dus ook de gezondheid – van paarden, is het zelden geweten hoeveel en welke voedingsstoffen het bevat. Vraag je veel van je paard, dan is dus zeker nuttig om elk halfjaar het rantsoen van je paard te controleren. Door je ruwvoer te laten testen, kan je eventueel de hoeveelheid of het soort aanvullend voer dat je geeft, aanpassen.
Aanvullend voer
Hoewel ruwvoer dus het grootste aandeel moet hebben in het rantsoen van je paard, speelt ook aanvullend voer een belangrijke rol wanneer je paard intensieve inspanningen levert. Voor deze paarden is het zelfs aangewezen om na elke zware inspanning een bijkomende voerbeurt in te lassen. Naast het aanvullen van elektrolyten, kan een bijkomende voerbeurt ook het herstel van de spieren ondersteunen en het energiepijl aanvullen. We lichten even toe waarom dat nodig is…
Vochtopname
Paarden zweten wanneer ze presteren, zeker wanneer het buiten warm is. Ze kunnen tijdens een uur training tot 15 liter zweet uitscheiden. Bij hoge temperaturen kan dit oplopen tot 30 liter per uur. Naast vocht, verliest een paard via het zweet bovendien ook elektrolyten. Om uitdroging te voorkomen moet je paard nadien voldoende water en elektrolyten opnemen.
Spieren
Wanneer een paard inspanningen levert, ontstaan er kleine beschadigingen in de spieren. Wanneer deze kleine beschadigingen herstellen, worden de spieren sterker. Dit mechanisme maakt je paard dus sterker na elke training. De spieren hebben nood aan kwalitatieve, goed verteerbare aminozuren om te kunnen herstellen. Die vind je terug in eiwitbronnen zoals luzerne en soja.
Energie
Zonder energie, geen prestaties. Suiker en zetmeel leveren snelle energie, vezels uit ruwvoer leveren trage energie. Afhankelijk van de behoefte en het werkschema van je paard stel dus je een rantsoen samen dat voldoende (maar niet te veel) snelle en trage energiebronnen bevat. Spring- en dressuurpaarden hebben bijvoorbeeld nood aan meer snelle energie voor kortere topprestaties, endurancepaarden baten dan weer bij trage energie waardoor ze langdurig kunnen presteren.
Kies voor een geschikte slobber
Geef nooit vlak voor een training of wedstrijd een portie krachtvoer. Na de inname van suikers volgt er namelijk een glucosedipje, en dat kan je wel missen op training of wedstrijd.
Een extra voederbeurt kan je bijvoorbeeld kort na de prestaties inlassen. Kies dan uiteraard niet voor een gewoon, zwaar, krachtvoer, maar voor een slobber die speciaal ontwikkeld werd om je paard te helpen hydrateren en recupereren. Een slobber maak je door een speciale brok te mengen met – heel veel – water. De brok valt dan uit elkaar en vormt samen met het water een smakelijke brij. Zo krijgt je paard in de eerste plaats opnieuw heel wat vocht binnen. Als de slobber dan ook nog de nodige elektrolyten, vezels, gisten,… bevat om de verloren voedingsstoffen aan te vullen is je paard op een mum van tijd weer fris als een hoentje.
Recreatiepaarden
Ben je niet zo ambitieus en levert je paard slechts lichte inspanningen, dan heeft het doorgaans geen nood aan een extra voerbeurt na het rijden. Uitzonderlijk kan dit wel aangewezen zijn, bijvoorbeeld wanneer je getraind hebt bij hoge temperaturen en je paard veel gezweet heeft. Ook op koude winterdagen hebben paarden al eens meer voedingsstoffen nodig. Jonge paarden baten er eveneens vaak bij, ook al hebben ze niet zo hard gewerkt.
Weet je niet hoe je het rantsoen van je paard best samenstelt? Dan kan een rantsoenberekening klaarheid bieden. Hiervoor kan je gerust contact met ons opnemen. Dan verwijzen we je door naar de juiste specialist voor jouw specifieke paard.